Toen ik met mijn vader over ouderschap in gesprek ging, vroeg ik: “Vader hoe is het om kinderen te hebben?” Hij antwoordde: “Mijn kinderen zijn als de vingers aan mijn handen, allemaal verschillend”. Hij zei: “Elk kind heeft een andere handleiding”. Ik groeide op in een Marokkaans gezin en was dochter van een gastarbeider, geboren en getogen in Nederland. Mijn ouders vonden educatie belangrijk en gaven ons een goede degelijke opvoeding. Mijn vader gaf les in de moskee, omdat hij maatschappelijk betrokken was. Soms werd ook weleens aan onze voordeur geklopt en vroeg iemand uit onze wijk of dorp advies aan mijn vader over allerlei problematiek. Bijvoorbeeld omdat iemand zijn puberzoon niet aankon. Mensen wisten hem te vinden, er werd naar elkaar omgekeken.
Het gebeurde weleens dat we op bezoek gingen bij onze Oostenrijkse buurvrouw, ik kan me nog goed herinneren hoe we daar op de bank zaten. Ik dronk mijn appelsap en keek aandachtig naar de dia’s uit Oostenrijk. Mijn ouders vonden onze buren heel belangrijk, ook al waren ze taal niet goed machtig. Ze praatten desnoods met handen en voeten. Bijvoorbeeld met onze christelijke Arubaanse buren en lesbische buren, van wie ik een fiets kreeg. Door de ogen van mijn ouders verdiende iedereen een respectvolle benadering. Veroordelen of met de vinger wijzen dat deden we thuis niet. Hierdoor leerde ik al vroeg vanuit mijn islamitische opvoeding om iedereen te helpen. De opvoedtaak lag bij mijn ouders en school. Vanuit mijn beroep doe ik dat nu ook, ik werk vanuit de kleur van mijn hart. Mijn ouders leven niet meer, maar datgene wat ze me leerden leer ik nu aan mijn kinderen.
Hoe ik Amersfoort zie als inclusieve stad?
Wat mij betreft, is een inclusieve stad net als die vingers waar mijn wijze vader over sprak. De bewoners van Amersfoort zijn verschillend, de wijken herbergen verschillende bewoners. Iedereen verdient het om zichzelf te zijn. Hier komt acceptatie en verdraagzaamheid om de hoek kijken. We moeten elkaar accepteren zoals we zijn, elkaar niet in hokjes duwen. Iedereen heeft een andere handleiding en behoeften. Er moet veerkracht komen in de wijken, zodat mensen elkaar opstuwen en kunnen inspireren tot het goede. We moeten samen zorgdragen voor het welzijn van elkaar en betrokken raken, elkaar helpen, naar elkaar omkijken, elkaar leren kennen. Wanneer mensen zich thuis voelen in een stad zullen ze beter in staat zijn om omhoog te klimmen en gelukkig zijn.
Er moeten plekken ontwikkeld worden waar een mix van functies zorgt voor nieuwe dynamiek en levendigheid. Er moet per wijk gekeken worden wat er nodig is. Dan kunnen de bewoners elkaar de hand reiken. De opvoedtaak is een taak die ons allen aangaat we doen dit met elkaar, opdat we de vruchten kunnen plukken.
We willen graag van onze vingers een vuist maken en ons hard maken voor een inclusieve stad, waar iedereen zich welkom voelt. Een plek waar onze jeugd een kans krijgt op een goed en eerlijk bestaan, waar onze ouderen niet eenzaam zijn. Een stad waar gelijkheid hoogtij viert.
Rachida Issaoui