Wonen (huizen), werken (bedrijven), mobiliteit (auto’s, fietsen, OV) en leven (onderwijs, cultuur, zorg, welzijn) zijn met elkaar in concurrentie om de ruimte. Amersfoort is vooral een woonstad, in vergelijking met andere steden werken veel mensen buiten de stad. We denken daarom dat we via het mobiliteitsbeleid moeten zorgen voor een betere leefomgeving. Zo’n twee derde van de inwoners van Amersfoort werkt elders en zo’n twee derde van de arbeidsplaatsen in Amersfoort wordt vervuld door iemand van elders. Bij onze keuzes over huisvesting en verkeer zijn leefbaarheid en duurzaamheid erg belangrijk.
Onze keuzes:
Starten voor de start
Een stad zonder jongeren heeft geen toekomst. Maar juist voor jongeren is het vinden van een goede en betaalbare woning nu heel erg moeilijk. In de huisvestingsverordening leggen we daarom de voorrangsregels vast voor het toewijzen van sociale en midden huurwoningen aan mensen met lokale binding. Zij krijgen voorrang bij de vrijgekomen en recent opgeleverde sociale huurwoningen en huurwoningen. Verder moeten we naar creatieve oplossingen blijven zoeken en hierbij zo open mogelijk kijken naar wat onze bewoners willen en wat er mogelijk is. Bij de woningbouw is ‘starten voor de start’ erg belangrijk, dat betekent dat we voordat we met het beleid beginnen al met burgers in gesprek gaan over welke kant we in Amersfoort op willen met oa bouwprojecten en lokaties. Wat willen inwoners van Amersfoort zelf, de bewoners, wat vinden omwonenden, hoe kunnen we met elkaar ruimte scheppen voor extra huisvesting?
Woningbouw
Huisvesting is van belang voor de binding van jongeren met de stad. Er zal meer hoogbouw binnen de stad moeten zijn en beduidend meer woningbouw in het betaalbare segment en voor starters. Wel denken we dat we bij inbreiding met grote woontorens eerst goed moeten luisteren naar omwonenden: ‘starten voor de start.’ Te veel bouwen in wijken die al zwaarder belast worden zoals oa Liendert is uit den boze. Uitbreiden buiten de rode contouren is niet wenselijk, maar we kunnen kiezen voor de zogenaamde ‘rafelranden’ van de stad; buitengebieden langs de randen van de stad. Op zoek naar percelen die niet goed worden benut. Om de doorstroming van senioren naar kleinere en aangepaste huisvesting te bevorderen, is bouwen in de wijk een vereiste. Dit geldt voor alle wijken dus ook voor de wijken die in de huidige plannen ontzien worden. Er moet kwalitatief hoogwaardige huisvesting voor senioren komen dicht bij voorzieningencentra. Denk daarbij ook aan kleinschalige woonvoorzieningen met zorgmogelijkheden, het Knarrenhof®-concept is een voorbeeld. Omvormen van winkelgebieden naar gebieden waarin meer kan worden gewoond kan hierbij ook helpen. Hierbij is het steeds van groot belang dat de omgeving een ‘beweegvriendelijke’ is. Het moet van hoge kwaliteit zijn en zo uitnodigen om te bewegen en er moet genoeg ruimte zijn om te bewegen.
Leefomgeving
In het algemeen kan de leefomgeving in onze stad veel beter. Er liggen prachtige bossen en polders om Amersfoort heen, maar de stad zelf is heel erg versteend. Dit moet echt beter. Dit is van belang nu mensen veel meer thuiswerken. De ruimte hiervoor kan deels komen uit een beperking van de ruimte voor verkeer. Want nu we minder op locatie werken, komt er meer ruimte voor groen. En meer noodzaak: mensen werken thuis en dan wil je dat de omgeving prettig is. Hierbij is ook de situatie in Amersfoort-Noord van belang. De verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving leent zich heel goed voor een combinatie met werk. Het onderhoud wordt veeleisender, maar juist hier zoeken we de combinatie met het beleid rond werk: de stad kan extra werkgelegenheid scheppen in het groenonderhoud. Groenonderhoud wordt nu verzorgd door de sociale werkplaats, maar er zijn hier ook mogelijkheden om perspectief te bieden aan langdurig werklozen en mensen in de bijstand via de basisbaan. Op het punt van de kwaliteit van de leefomgeving hebben we al veel bereikt. We hebben ons ingezet voor de autoluwe binnenstad, de verbetering van de Varkensmarkt, de Kamp en de Stadsring in het centrum. Maar ook voor de leefbaarheid in wijken als Liendert en Schuilenburg.
Simpelweg wegen weghalen leidt niet tot het gewenste effect. We hebben een verkeersplan nodig dat het verkeer van buiten leidt naar de juiste plek in de stad en ook weer naar buiten, zodat er zo min mogelijk verkeer door de stad zelf heen gaat. Op dit punt is ook het autoluw maken van de Stadsring een aanpak waar we veel van verwachten. We denken dat dit de aansluiting van de omliggende wijken met het centrum verbetert en de leefbaarheid in het centrumgebied vergroot. We denken dat het belangrijk is om een autovrije of autoluwe Stadsring te combineren met de ont-wikkeling van het gebied. In Maastricht is dit op een heel succesvolle manier gedaan met de A2 die vroeger midden door de stad liep. Het is natuurlijk wel van belang dat we geen problemen creëren met andere plekken zoals het doorkruisen van de groengordel in het Soesterkwartier of meer verkeersdruk aan de westkant van de stad (waarvoor de West-tangent bedoeld was). Utrecht, Groningen en Houten zijn steden waarin deze beweging al gemaakt is. Deze steden kunnen als voorbeeld dienen.
Energietransitie en duurzaamheid
De energietransitie moet betaalbaar zijn. We leggen niet zomaar aan woonwijken op dat ze ‘van het gas’ gaan. Bij dergelijk beleid ‘starten we voor de start’ en gaan we altijd in gesprek met de bewoners. Projectontwikkelaars zijn vaak gericht op mooi bouwen, maar dat is daarom ook duur. Ook groen en duurzaam zijn duur. Om duurzaam bouwen in de stad te versterken, moeten we kwaliteitseisen stellen aan projectontwikkelaars. Bij de algemeen publieke gebouwen en bedrijfspanden kunnen we groene investeringen doen, denk aan een Eemhuis vol zonnepanelen.
Windmolens kunnen alleen geplaatst worden op locaties waar geen kans op milieuschade is, natuurgebieden, en waar participatie plaatsvindt met inwoners.
Woningbouw en duurzaamheid
Bij bouwvergunningen ligt het voor de hand te eisen dat woningen op het zuiden staan, dat ze gasloos worden ontworpen en dat er veel isolatie wordt toegepast en zo mogelijk ook groene daken worden geplaatst. We moeten uiteraard ook de bestaande woningvoorraad verduurzamen.
Toegankelijkheid woningmarkt
Van onze inwoners komt zo’n 40% in aanmerking voor sociale huur, maar er is een tekort aan betaalbare woningen. We houden vast aan het beleid om bij bouwprojecten minimaal 35% sociale huurwoningen te eisen. Om vastgoedspeculatie en stijgende huurprijzen te voorkomen, stellen we een zelfbewoningsplicht. Sinds kort is het mogelijk zo’n verplichting op te leggen en we hebben hiervoor een meerderheid gevonden in de Raad. Er is ook een tekort aan grond, althans die opvatting hebben de woningbouwcorporaties. Op dit punt zou de gemeente een actieve grondpolitiek moeten voeren en dat vooral bij locaties van ontwikkelaars die al jarenlang braak liggen, zoals Hotel De Witte/Boeddha.
Regiegemeente
Amersfoort hanteert het ‘regiemodel.’1 Het idee is dat je als gemeente niet zelf uitvoert, wat door maatschappelijke partners en marktpartijen gedaan kan worden. We denken dat het regiemodel wat sleets wordt. Want als het gaat om de huisvesting van onze inwoners met relatief lage inkomens, dan is duidelijk dat we er met alleen regie niet komen. De PvdA-Amersfoort wil dat de gemeente zich niet langer als regiegemeente opstelt. Zo gaan we veel sterker sturen op de hoeveelheid sociale huurwoningen in de stad. En ook de hoeveelheid woningen met middenhuur, die niet duurder zijn dan € 1039,- per maand, moet stijgen. De prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties kunnen op dit punt veel scherper.